Door de klimaatverandering kampen kust- en poldergebieden tijdens droogteperioden in toenemende mate met verzilting. VITO ondersteunt overheden en andere stakeholders bij het in kaart brengen van de verzilting met behulp van sensordata. In dat kader ontwikkelde VITO samen met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) een verziltingsindicator voor het Ijzerbekken en de Brugse Polders.
Elektrische conductiviteit
De verzilting wordt gemeten aan de hand van geleidbaarheidsdata van de waterlopen in het Ijzerbekken en de Brugse Polders. De elektrische geleidbaarheid of conductiviteit is namelijk een goede indicator voor de zoutconcentratie in het water. Die gegevens worden verzameld via sensormeetpunten van VMM en van het Internet of Water Flanders (LINK) project.
De verziltingsindicator is een instrument dat inspeelt op de nood aan een makkelijke interpretatie van de sensordata. De indicator zet alle meetresultaten om in toegankelijke informatie over de actuele toestand en evolutie. De betrokken waterbeheerders en andere stakeholders kunnen zo de situatie beter opvolgen en gepaste maatregelen nemen. Daarvoor ontwikkelde VITO binnen Internet of Water Flanders een handige webtool.
De indicator wordt door de Adviesgroep Droogte als (beslissings)instrument om advies te geven aan de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid.
Groen-oranje-rood
Concreet geeft de indicator aan op welke locaties er een verhoogde zoutconcentratie gemeten wordt. Daarnaast geeft de indicator ook aan of het zoutgehalte stabiel, dan wel aan het dalen of stijgen is.
Met behulp van een kleurencode wordt de situatie op elk meetpunt op een bepaald moment aangegeven: groen is gunstig, oranje geeft aan dat een eerste drempelwaarde overschreden wordt en er dus een verhoogde waarde is, rood betekent dat er een tweede drempelwaarde overschreden wordt en er dus een problematisch hoog zoutgehalte is ten gevolge van verzilting.
Betrouwbare drempelwaarden
De verziltingsindicator berust op de data van de sensornetwerken, maar de gebruikte drempelwaarden steunen zowel op sensordata als de resultaten van schepstalen van de afgelopen decennia.
Frie Van Bauwel, onderzoeker Digital Water Services bij VITO, verduidelijkt: “De drempelwaarden voor de verziltingsindicator worden gekozen op basis van een voorgaande tijdreeks voor een welbepaalde locatie. Hoe meer data er beschikbaar zijn, hoe beter die drempel de normale en uitzonderlijke situaties voor een bepaalde locatie kan onderscheiden.
Voor sommige waterlopen is de tijdreeks nog niet lang genoeg om een betrouwbare drempelwaarde af te leiden. Indien mogelijk wordt er dan gebruikgemaakt van de resultaten van schepstalen om een drempelwaarde te bepalen.
Zodra er voldoende sensordata beschikbaar zijn, kunnen voldoende robuuste drempelwaarden worden afgeleid en kunnen deze voor alle meetlocaties vastgezet worden.”